De vernieuwde Bijbelvertaling is vooral een protestants feestje

Na het misbruikschandaal in Frankrijk, waardoor je als katholiek nauwelijks meer over straat durfde en het liefst de dekens over je hoofd had willen trekken, was het ­deze week gelukkig weer wat rustiger voor mij. Er waren genoeg nieuws­feiten, die op zichzelf wel verontrustend waren, maar waar ik als katholiek toch ontspannen mee om kon gaan.

Neem nou de berichten dat het coronavirus weer terrein wint in ons land en dan met name in gemeenten uit de Biblebelt. Dat zijn over het algemeen gemeenten met een lage vaccinatiegraad en met een hoog aantal orthodoxe protestanten. Zo zijn er nergens zoveel besmettingen per 100.000 inwoners als in Staphorst; gemiddeld 1447 per week.

Kijk, je moet wel van erg ver komen om de katholieken hier de schuld van te geven. (Eerlijk is eerlijk: als je goed kijkt, zijn er ook in Noord-Friesland en Noord-Limburg verhoudingsgewijs veel besmettingen.)

Wacht even Rieuwerd, dat geldt niet per se voor mij

Dan was er nog een ander nieuwsfeit deze week waarin de Bijbel een rol speelde en waar ik als katholiek buiten stond. Woensdag nam koning Willem-Alexander het eerste exemplaar van de vernieuwde Bijbelvertaling, de NBV21, in ontvangst. (Die afkorting had ook kunnen slaan op de Naardense Biljart Vereniging, bij voorkeur opgericht in 1921.)

“Dit is dé Bijbelvertaling voor de 21ste eeuw”, zei Rieuwerd Buitenwerf, directeur van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) in de Grote Kerk in Den Haag waar de presentatie plaatsvond. Toen ik deze uitspraak las in mijn eigen krant, dacht ik: ho, wacht even Rieuwerd, dat geldt niet per se voor mij.

Nee, ik kan niet delen in de opwinding die de vernieuwde Bijbelvertaling bij nogal wat christenen in ons land lijkt los te maken. Ze laten alles achter zich – huis, gezin en werk – om naar de dichtstbijzijnde boekwinkel te rennen en het bij de tijd gebrachte Woord van God aan te schaffen. Al dan niet met een speciaal daarvoor in een keukenla bewaarde boekenbon.

Ik heb die aandrang niet. Dat zal wel iets van katholieken zijn. Wij mochten eeuwenlang de Bijbel niet zelf lezen. Hij werd áán ons voorgelezen, in de kerk. Inmiddels mag het, maar hoeft het van ons niet meer. Een katholiek gebruikt de Bijbel vooral functioneel. Die sla je open als je theoloog bent en ’m nodig hebt voor een artikel of zo. En anders laat je ’m gerust een dag of wat dicht. Niemand die je dat kwalijk neemt.

Af en toe, wanneer ik een rooms-katholieke kerk bezoek, zie ik in de buurt van het altaar zo’n grote standaard staan met daarop een fraai gekalligrafeerd boek dat openligt, vaak niet eens de Bijbel, maar het lezingenboek. Ik denk dan geen moment: laat ik die tekst eens gaan lezen.

Het beeld van dat fraai gekalligrafeerde boek in een kerk is voor mij voldoende. Ik hoor in de zondagsmis wel wat de kerk heeft behaagd die dag uit de Bijbel voor te lezen. In onze eigen katholieke vertaling wel te verstaan, want die hebben we.

Een goodiebag vol met ‘leuke dingen’

Die hele vernieuwde Bijbelvertaling is en blijft vooral een protestants feestje. Dat bewees ook de foto van de vertegenwoordigers van de verschillende kerkgenootschappen tijdens de presentatie, met in hun hand een exemplaar van de NBV21. Volgens het NBG werd zo de NBV21 symbolisch uitgereikt aan kerk en samenleving (KES?).

Het was een illuster gezelschap, daar op dat podium in de Grote Kerk van Den Haag. Mijn oog viel op de vertegenwoordiger namens de rooms-katholieke kerk. Hij stond erbij alsof hij na een verplicht feestje een goodiebag had gekregen vol met ‘leuke dingen’, waarvan hij zich afvroeg wat hij er eigenlijk mee moest.

En zo maakt in boekenkasten van dit land de NBV plaats voor de NBV21. Met een taal die weer minder verhult en nog altijd toegeeft aan de neiging van protestanten in dit land om alles te willen begrijpen. Waarin het mysterie wordt hertaald totdat er op een gegeven moment niets meer van over is.

Het Woord is weer mens geworden. De Bijbel voor de 21ste eeuw is er nu. Maar hoelang is deze houdbaar? Voor je het weet, is er weer een nieuwe hertaling nodig.

‘Het is de glorie van God, om dingen verborgen te houden; de glorie van de koningen is het, om dingen te doorgronden. De hoogte van de hemel, de diepte van aarde, en het hart van de koningen, ze zijn ondoorgrondelijk.’ (Spreuken 25 2-3, rooms-katholieke Willibrordvertaling 1995).

Deze column verscheen eerder in Trouw van 16 oktober 2021

Comments are closed.