David en Goliath op het heilige gras van Wimbledon

De zomer is voor sport geschapen. Er is de Tour de France, er is Wimbledon, als het meezit nog een EK of WK voetbal en als het helemaal meezit de Olympische Spelen. Deze samenloop van zaligheden komt maar één keer in de vier jaar voor. En dat is maar goed ook. Je kan mensen maar beter niet aan de hemel laten wennen.

Eigenlijk hou ik niet zo van tennis, maar ik hou wel van Wimbledon. Daar is het gras heilig en werd tot voor kort de zondagsrust in de eerste speelweek geëerbiedigd om het heilige gras rust te gunnen.

De schrijver die ik zo goed gekend heb (nee, niet Remco Campert, rust zo zacht als u leefde) schreef zo mooi over Wimbledon dat ik tegen mijn principes in hem toch maar even aanhaal. Het staat allemaal in een klein boekje dat in de geest van Wimbledon een witte omslag heeft. We moeten bij Wimbledon vooral niet denken aan een gewoon tennispark waar tennis wordt gespeeld, schrijft de schrijver die ik zo goed gekend heb. Er wordt volgens hem daar een liturgie opgevoerd en de officials – de eigenlijke officianten – zijn in feite belangrijker dan de spelers en misschien weten alleen die spelers niet dat alles daar gebeurt zoals het was in het begin en nu en altijd in de eeuwen der eeuwen.

Wimbledon zie ik als een mis

Sinds ik deze passage herlas, kan ik niet meer normaal naar Wimbledon kijken. Ik zie een mis. De taal van deze liturgie is al even mysterieus als het Kerklatijn. Neem alleen de puntentelling al. Love fifteen, thirty all, deuce, oremus, sursum corda.

De witte tenues van de tennisspelers veranderen vanzelf in superplies van misdienaars. Meer zijn tennissers ook niet op Wimbledon. Ze dienen de mis van het tennis en zijn inwisselbaar. Morgen staan er weer andere spelers ingeroosterd met namen die er ook niet toe doen. De scheidsrechter gaat voor en spreekt om de zoveel tijd een gebed uit waarin hij om rust vraagt. Dit wordt vrijwel altijd gehoord.

Dan zijn er nog de cultusverhalen die bij een heiligdom horen. Over dat aardbeien met slagroom eten. Goddelijke aardbeien, goddelijke slagroom. Ik heb het nooit met eigen ogen gezien. Kwestie van geloven dus.

Door Van Rijthoven ben ik weer naar de tenniskerk gegaan

Om eerlijk te zijn: ik had al een paar jaar geen viering op Wimbledon bezocht. Tot het verhaal rondging over een wondertennisser, een Nederlander nog wel. Hij heet Tim van Rijthoven. Net als andere vaderlandse sporthelden als Johan Cruijff en Fanny Blankers-Koen was zijn naam onuitspreekbaar voor de BBC-commentatoren. Dat verhoogde zijn status alleen nog maar. Door Van Rijthoven ben ik weer naar de tenniskerk gegaan.

Hij speelde in de vierde ronde tegen Novak Djokovic, de Serviër die als eerste geplaatst is op Wimbledon. Voor Van Rijthoven moet het een onwerkelijke ervaring zijn geweest om op het hoofdaltaar van het tennis te mogen spelen. Magisch. En zie, toen ik keek, waren de spelers niet meer inwisselbaar. Ik zag hun hoofden, ik keek in hun ogen en voelde gras onder mijn voeten.

Na een wat aarzelende start in de eerste set, waarin Van Rijthoven snel zijn service inleverde, herpakte hij zich in de tweede set.Trouw schreef later: ‘Hij ging onverschrokken de strijd aan met Djokovic, die twee keer ten val kwam en wiens humeur er niet beter op werd’. Dat zag ik ook. Van Rijthoven en Djokovic waren toen al voor mij veranderd in David en Goliath. (Nu moet ik zeggen dat in elke wedstrijd die Djokovic speelt hij de gedaante van Goliath aanneemt en zijn tegenstander die van David. Behalve als hij tegen Nadal speelt.)

De tweede set ging zoals het Oude Testament al schreef

In de tweede set was het zoals het Oude Testament al schreef. Djokovic wilde tot de aanval overgaan, maar David was hem te snel af. Die rende Djokovic tegemoet en sloeg de bal in een hoek van de baan waar de zes el lange Goliath er niet bij kon. Hij won de set uiteindelijk met 6-4.

Dat, in tegenstelling tot David, Van Rijthoven de partij niet ‘afmaakte’ was jammer en voor deze column een kleine ramp.

Even voor twaalven was de partij klaar. De scheidsrechter zei “Gaat nu allen heen in vrede” en het licht in de hemel ging daarna uit. In een hoek lag een vergeten tennisbal, die licht gaf als een Godslamp in een donkere, verlaten kathedraal.

Deze column verscheen eerder in Trouw van 9 juli 2022.

Comments are closed.