De troostende werking van nooit gelezen boeken

Ik googelde ‘Hugo de Jonge’ gecombineerd met ‘soep’ en ik kreeg als zoekresultaat ‘versoepelen’. Daarna googelde ik ‘Hugo de Jonge’ gecombineerd met ‘boeken’ en kreeg ik ‘Zoek alvast een camping, maar wacht tot volgende week met boeken’. Ten slotte googelde ik ‘Hugo de Jonge’ en ‘cultuur’ en ik kreeg ‘het was on­gelukkig om cultuur niet-essentieel te noemen’.

Tijdens een debat met de Eerste ­Kamer zei onze demissionair minister van volksgezondheid deze week dat die term ‘niet-essentieel’ uit een advies van de Gezondheidsraad kwam. Het had met de wetgeving op testen te maken, geloof ik, maar het gebruik van de term was ‘voer voor misverstanden’, vindt de minister nu. “Natuurlijk is cultuur essentieel, we kunnen niet zonder culturele uitingen”, aldus De Jonge. Eerder opperde hij om cultuurarmoede te bestrijden met het opzetten van een dvd. Nu laat De Jonge dus een ander geluid horen. Volgens de ­minister is het werk van kunstenaars en theatermakers ‘wat het leven mooi maakt’ en hebben mensen het ook ­nodig om optredens te kunnen bij­wonen in ‘zo groot mogelijke zalen’.

Een late bekering.

Hemelse muziek, grandioos theater en zinnige boeken

Als ik De Jonge was geweest, had ik de helende rol van kunst en de troostende werking van schoonheid benadrukt. Meer dan ooit hebben we behoefte aan hemelse muziek, grandioos theater en zinnige boeken als een medicijn tegen het leven dat je elke dag wel een ander kunstje flikt. Maar als het ging om versoepelingen van de coronamaatregelen was het lang wachten op meer zuurstof voor bibliotheken, boekhandels en theaters. “De geschiedenis leert dat politici in de schouwburg altijd eerste rang zitten, maar op het Binnenhof zit cultuur op de achterste rij”, schreef Bart Zuidervaart in deze krant.

We hebben het over schoonheid dus. En over troost.

Op Facebook schrijft hoogleraar oecumenica en remonstrants predikant Peter Nissen al ruim een jaar elke ochtend een stukje onder de kop ‘Van de schoonheid en de troost’, naar het beroemde VPRO-televisieprogramma van Wim Kayzer van een jaar of twintig geleden. Nissen is met zijn serie al toe aan aflevering 407. Elke ochtend zet hij een boek, film of een schilderij (De Jonge zou zeggen een ‘culturele ­uiting’) in het licht. Ik steek er altijd wat van op. Deze week ging het onder meer over de Franse schilder Georges Rouault, de heilige Beda de Eerbiedwaardige en de roman Raam, sleutel van Robert Welagen. Die roman werd door Nissen van harte aanbevolen. Ik nam mij voor ’m inderdaad te gaan ­lezen, maar vandaag of morgen komt Nissen weer met een nieuwe onweerstaanbare boekentip. Hem bijhouden in zijn aanstekelijke leesdrift lukt mij niet. Ik schiet als lezer hopeloos tekort.

Kansloos tegen zoveel goede smaak

Hetzelfde effect heeft de Amerikaanse literatuurcriticus Michiko ­Kakutani op mij. Kakutani was hoofdredacteur boekrecensies van de The New York Times en beveelt in haar nieuwste boek Ex Librisruim honderd favorieten aan. Daar zit van alles en nog wat bij: geliefde klassiekers, fictie, non-fictie, boeken over klimaatverandering, Mohammed Ali en over volksgezondheid. Van Saul Bellow tot Stefan Zweig.

Ik wist al snel nadat ik in Ex Libris begon te lezen, dat ik kansloos was. Kansloos tegen zoveel goede smaak, tegen Kakutani’s verrukkelijke stijl en tegen zoveel boeken waar je niet omheen kunt, maar waarvan ik waarschijnlijk maar een klein deel zal kunnen lezen. Alsof je voor een bergmeer staat dat je op doktersadvies helemaal moet leegdrinken.

In haar inleiding citeert Kakutani de Argentijns-Canadese non-fictieschrijver, essayist, vertaler, journalist en bibliofiel (was ik dat allemaal maar) Alberto Manguel. In zijn boek Een geschiedenis van het lezen beschrijft hij een Perzische potentaat uit de tiende eeuw die een reis ondernam waarbij hij zijn verzameling van 117.000 boeken zou hebben geladen op de ruggen van ‘vierhonderd kamelen die waren afgericht om in alfabetische volgorde te lopen’. Een prachtig beeld. Achter mij lopen inmiddels vierhonderd olifanten met mijn verzameling van tienduizenden niet-gelezen boeken op hun ruggen. Maar toch: het idee dat die boeken bestaan als mogelijke troost, is een geruststelling. Al lees ik er maar een páár.

Ik googel ‘boekenhemel’ en zie een foto van een boekhandel in de Chinese miljoenstad Chongqing. Er zijn 80.000 boeken te koop, maar onder meer door het gebruik van spiegels lijken het er oneindig meer. In mijn gedachten zet ik in die boekhandel een bordje neer met daarop de tekst: ‘Alleen kijken mag ook’.

Deze column verscheen eerder in Trouw van 29 mei 2021.

 

Comments are closed.