Het zou goed zijn als antivaxxers dit eens konden zien

Het adres waar mijn vriendin zich moest melden voor haar coronavaccinatie kwam ons beiden onbekend voor. Gelukkig werd erbij vermeld dat het naast een filiaal van een bouwmarkt was. Zo hadden we toch enig houvast.

Toen we ons aan het begin van de zaterdagavond met de auto zoekend een weg baanden door een bedrijventerrein in Hilversum, duurde het nog een tijdje voordat we de bewuste bouwmarkt hadden gevonden. Ook de tomtom had er moeite mee.

Min of meer plotseling stonden we er dan toch voor. De naam van de bouwmarkt prijkte in levensgrote, hemelsblauwe letters op de gevel. Daar had je geen bril voor nodig. We moesten op het parkeerterrein ernaast zijn. Daar stond een grote witte partytent die dienstdeed als vaccinatielocatie. Een jongeman, gehuld in felgele kleding, liep bij de ingangspoort van het terrein en maakte ons met een vriendelijk armgebaar duidelijk dat we naar binnen mochten rijden. We waren welkom.

Beschermer van mensen

Mijn vriendin loopt door een blessure met krukken en dus vroeg ik aan een andere poortwachter of we op een van de gehandicaptenparkeerplaatsen, direct naast de ingang van de tent, onze auto mochten neerzetten. “Natuurlijk mijnheer, geen probleem”, antwoordde de man, die doordat hij én een zwarte capuchon ophad én een zwart mondkapje droeg, nauwelijks een gezicht leek te hebben. Hij was in ieder geval ook heel vriendelijk. Duidelijk een beschermer van mensen.

We liepen naar binnen en werden daar opnieuw welkom geheten. Deze keer door een vrouw met een rood vestje aan. Ze wees ons op een aantal loketten waar mijn vriendin zich mocht melden. De loketten werden bemand door medewerkers die een wit vestje droegen, geheel in lijn met de kleur van het tentdoek. Alles was trouwens smetteloos wit hier. De papieren werden aan het loket bekeken en goed bevonden.

We mochten verder. Wat is het hier allemaal goed geregeld, zei ik net iets te hard.

De vaccinatie zelf vond plaats in een ruimte die veel weg had van een pashokje. U weet wel, met zo’n gordijn ervoor. Ik mocht mee naar binnen. Mijn vriendin mocht zelf de arm kiezen waar de injectie in ging. Het was allemaal zo gebeurd. De zoveelste aardige mevrouw in een rood vestje verwees ons vervolgens naar een belendende ruimte in de tent waar wij vijftien minuten moesten wachten voordat we naar huis mochten.

Het werd een prachtig kwartier.

Zorgvuldige aandacht, oprechte tederheid

Om ons heen zaten in stilte zo’n 25 mensen die ook moesten wachten. Allemaal op spierwitte klapstoelen. De enige kleur kwam vanaf de wanden van de tent waar grote panoramafoto’s met uitgestrekte tulpenvelden ons aankeken. De sfeer was bijna sacraal. Iedereen leek ontspannen en ongehaast. De een keek naar het scherm van zijn telefoon, een ander maakte een cryptogram in een puzzelboekje. Een medewerker van het Rode Kruis liep rond en vroeg af toe aan een net gevaccineerde: “Gaat het goed? Nergens last van?” Ook hoorde je haar op vriendelijke toon telkens tegen vertrekkende mensen zeggen dat ze hard tegen de rode balk van de buitendeur moesten drukken, omdat-ie anders niet openging.

Ik bedacht me dat het goed zou zijn als antivaxxers dit allemaal eens zouden zien. Zoveel zorgvuldige aandacht, zoveel oprechte tederheid. Even wilde ik hier zelfs het woord ‘liefde’ gebruiken.

In de uitbundige televisieserie The New Pope houdt de fictieve paus Johannes Paulus III (gespeeld door John Malkovich) een toespraak voor de verzamelde kardinalen waarin hij spreekt over de liefde. “U zult bij mij komen en vertellen over het lijden in de wereld en ik zal zeggen: ‘Dat zijn allemaal uitwassen van liefde. Verstoringen van ons vermogen om lief te hebben.’ Het probleem, broeders, is liefde. De vraag is dan ook: ’Hoe moeten wij liefhebben?’ Dit is mijn manier: met tederheid, zonder passie. Passie is de eeuwige vijand van nederigheid. Christelijke nederigheid die spaarzaam, rechtvaardig en noodzakelijk is.”

Ik weet niet of die medewerkster van het Rode Kruis weet had van christelijke nederigheid, maar ze straalde het wel uit. Van tederheid kun je nooit genoeg hebben. Van passie misschien wel.

Toen onze tijd in de vaccinatiekathedraal erop zat, stonden we op en liepen ook wij naar de uitgang. ‘Goed op de rode balk drukken’, zei de medewerkster van het Rode Kruis nog.

Het was eigenlijk best jammer dat we niet wat langer mochten blijven.

Deze column verscheen eerder in Trouw van 15 mei 2021

Comments are closed.