IMG_5622 2

Het wringt een beetje, de raadpleging van katholieken over de koers van hun kerk

Ik stel mij een man voor. Hij woont in Helmond, is getrouwd, heeft twee kinderen, werkt op een accountantskantoor en is actief katholiek. Zijn naam is Willy Jansen. Willy is geïnteresseerd in deelname aan misschien wel de grootste volksraadpleging in de geschiedenis van de mensheid.

U weet wel, het synodale proces in de rooms-katholieke kerk.

Tientallen jaren is Willy als katholiek nooit naar zijn mening gevraagd. Maar dat gaat nu veranderen. Paus Franciscus wil het gehele volks Gods, zo’n 1,3 miljard katholieken wereldwijd, betrekken bij de voorbereiding van de bisschoppensynode die in 2023 in Rome gehouden wordt. Willy uit Helmond is een van hen. Deze consultatie moet leiden tot een waarlijk synodale kerk, waarin iedereen inbreng heeft en van elkaar kan leren: de gelovigen, het bisschoppencollege, de paus zelf. Klinkt allemaal een beetje vaag, geeft ook Willy toe. Maar na het lezen van een interview in deze krant met bisschop Gerard de Korte, was het hem allemaal een stuk duidelijker geworden. Alle suggesties bleken welkom. De meest wilde plannen mochten worden ingediend om zijn kerk nieuw leven in te blazen. Willy moest gewoon wachten op een uitnodiging van de pastoor, en kwam die niet, dan kon hij de bisschop mailen. Maar, zei De Korte erbij, ‘het is niet zo dat wij opnieuw de kerk gaan uitvinden’. Ook dat had Willy gelezen. Meer ‘anders kerk zijn’ dan ‘een andere kerk’ dus.

Nu is Willy een man die normaal ­gesproken niet alleen veiligheid vindt in cijfers, maar ook in het vertrouwde. Daarom komt hij met een voor zijn doen gewaagd voorstel voor zijn kerk: ‘Laat vrouwen tot priester wijden’. Hij zag het zaaltje waar de consultatie van zijn kerk zou plaatsvinden al voor zich. Lage opkomst, dus te veel kartonnen koffiebekertjes op een tafel; hij zelf zat ergens achteraan. En dan zou hij opstaan en zijn voorstel doen.

Samen op weg met de Heilige Geest als gps

De vraag is natuurlijk wat er met de mening van Willy en al die miljoenen katholieken die ook gehoor geven aan de oproep van de paus, gaat gebeuren. Eerst worden namelijk de meningen per bisdom verzameld, dan per kerkprovincie en vervolgens per continent. Uiteindelijk komt dit alles in een groot werkdocument dat als basis dient voor die bisschoppensynode in 2023.

Paus Franciscus zei bij de officiële opening van het synodale proces twee weken geleden in Rome, dat ‘synodaliteit’ de bereidheid is zich te laten leiden naar ‘waar God wil en niet waar onze ideeën en persoonlijke voorkeuren ons heen zouden brengen’. Het blijft enigszins mysterieus. En je kunt er ook alle kanten mee op.

Inmiddels zijn ook de Nederlandse bisdommen begonnen met de raadpleging. Het gaat er in ons land ook om, als ik het goed begrijp, te luisteren naar wat de Heilige Geest ons te zeggen heeft. Volgens theoloog Jos Moons zijn we samen op weg ‘met de Heilige Geest als ‘gps’. Hier moet ik nog even op kauwen. Als ik met mijn auto ergens heen wil, dan toets ik toch liever zelf mijn bestemming in. Dat is wel even iets anders dan zomaar op pad gaan, met de heilige geest als gps. Zeker als het om de bestemming van mijn geliefde kerk gaat.

Hoe dan ook, dit is weliswaar een raadpleging, maar niet een van het ­wereldse soort. Franciscus herhaalde twee weken geleden in Rome dat een synode geen parlement is, geen overzicht van meningen, maar een kerkelijk moment.

En juist daar gaat het bij mij ­wringen.

De paus beslist

Want stel dat het voorstel voor vrouwelijke priesters van Willy Jansen uit Helmond in het werkdocument terechtkomt, dan wordt er in Rome door bisschoppen over gesproken, en als het de bisschoppen behaagt en de Heilige Geest meewerkt, misschien wel over gestemd. Maar uiteindelijk beslist de paus. Met de wil van God in zijn achterhoofd. En dat is toch wel een bij­zondere manier van omgaan met de wensen en dromen van gelovigen.

Ik moet dezer dagen nog wel eens denken aan die aardige oud-katholieke kerk, die voorloopt op Rome als het om de participatie van gelovigen gaat. De opener structuur van de oud-katholieke kerk is geschikter voor synodaal denken. Diverser ingericht. Ook hier bisschoppen, maar juist wel een ‘andere kerk’, zodat ze echt ‘anders kerk’ zijn.

Willy Jansen laat zich ondertussen niet ontmoedigen, denk ik. Hij vertrouwt op de Heilige gps.

Deze column verscheen eerder in Trouw van 23 oktober 2021.

IMG_5622 2

De vernieuwde Bijbelvertaling is vooral een protestants feestje

Na het misbruikschandaal in Frankrijk, waardoor je als katholiek nauwelijks meer over straat durfde en het liefst de dekens over je hoofd had willen trekken, was het ­deze week gelukkig weer wat rustiger voor mij. Er waren genoeg nieuws­feiten, die op zichzelf wel verontrustend waren, maar waar ik als katholiek toch ontspannen mee om kon gaan.

Neem nou de berichten dat het coronavirus weer terrein wint in ons land en dan met name in gemeenten uit de Biblebelt. Dat zijn over het algemeen gemeenten met een lage vaccinatiegraad en met een hoog aantal orthodoxe protestanten. Zo zijn er nergens zoveel besmettingen per 100.000 inwoners als in Staphorst; gemiddeld 1447 per week.

Kijk, je moet wel van erg ver komen om de katholieken hier de schuld van te geven. (Eerlijk is eerlijk: als je goed kijkt, zijn er ook in Noord-Friesland en Noord-Limburg verhoudingsgewijs veel besmettingen.)

Wacht even Rieuwerd, dat geldt niet per se voor mij

Dan was er nog een ander nieuwsfeit deze week waarin de Bijbel een rol speelde en waar ik als katholiek buiten stond. Woensdag nam koning Willem-Alexander het eerste exemplaar van de vernieuwde Bijbelvertaling, de NBV21, in ontvangst. (Die afkorting had ook kunnen slaan op de Naardense Biljart Vereniging, bij voorkeur opgericht in 1921.)

“Dit is dé Bijbelvertaling voor de 21ste eeuw”, zei Rieuwerd Buitenwerf, directeur van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) in de Grote Kerk in Den Haag waar de presentatie plaatsvond. Toen ik deze uitspraak las in mijn eigen krant, dacht ik: ho, wacht even Rieuwerd, dat geldt niet per se voor mij.

Nee, ik kan niet delen in de opwinding die de vernieuwde Bijbelvertaling bij nogal wat christenen in ons land lijkt los te maken. Ze laten alles achter zich – huis, gezin en werk – om naar de dichtstbijzijnde boekwinkel te rennen en het bij de tijd gebrachte Woord van God aan te schaffen. Al dan niet met een speciaal daarvoor in een keukenla bewaarde boekenbon.

Ik heb die aandrang niet. Dat zal wel iets van katholieken zijn. Wij mochten eeuwenlang de Bijbel niet zelf lezen. Hij werd áán ons voorgelezen, in de kerk. Inmiddels mag het, maar hoeft het van ons niet meer. Een katholiek gebruikt de Bijbel vooral functioneel. Die sla je open als je theoloog bent en ’m nodig hebt voor een artikel of zo. En anders laat je ’m gerust een dag of wat dicht. Niemand die je dat kwalijk neemt.

Af en toe, wanneer ik een rooms-katholieke kerk bezoek, zie ik in de buurt van het altaar zo’n grote standaard staan met daarop een fraai gekalligrafeerd boek dat openligt, vaak niet eens de Bijbel, maar het lezingenboek. Ik denk dan geen moment: laat ik die tekst eens gaan lezen.

Het beeld van dat fraai gekalligrafeerde boek in een kerk is voor mij voldoende. Ik hoor in de zondagsmis wel wat de kerk heeft behaagd die dag uit de Bijbel voor te lezen. In onze eigen katholieke vertaling wel te verstaan, want die hebben we.

Een goodiebag vol met ‘leuke dingen’

Die hele vernieuwde Bijbelvertaling is en blijft vooral een protestants feestje. Dat bewees ook de foto van de vertegenwoordigers van de verschillende kerkgenootschappen tijdens de presentatie, met in hun hand een exemplaar van de NBV21. Volgens het NBG werd zo de NBV21 symbolisch uitgereikt aan kerk en samenleving (KES?).

Het was een illuster gezelschap, daar op dat podium in de Grote Kerk van Den Haag. Mijn oog viel op de vertegenwoordiger namens de rooms-katholieke kerk. Hij stond erbij alsof hij na een verplicht feestje een goodiebag had gekregen vol met ‘leuke dingen’, waarvan hij zich afvroeg wat hij er eigenlijk mee moest.

En zo maakt in boekenkasten van dit land de NBV plaats voor de NBV21. Met een taal die weer minder verhult en nog altijd toegeeft aan de neiging van protestanten in dit land om alles te willen begrijpen. Waarin het mysterie wordt hertaald totdat er op een gegeven moment niets meer van over is.

Het Woord is weer mens geworden. De Bijbel voor de 21ste eeuw is er nu. Maar hoelang is deze houdbaar? Voor je het weet, is er weer een nieuwe hertaling nodig.

‘Het is de glorie van God, om dingen verborgen te houden; de glorie van de koningen is het, om dingen te doorgronden. De hoogte van de hemel, de diepte van aarde, en het hart van de koningen, ze zijn ondoorgrondelijk.’ (Spreuken 25 2-3, rooms-katholieke Willibrordvertaling 1995).

Deze column verscheen eerder in Trouw van 16 oktober 2021

IMG_5622 2

Misbruikschandaal Frankrijk is verpletterend walgelijk

Het eerste misbruikslachtoffer dat ik ooit interviewde was Dennis Gaboury, een Amerikaan. Dennis was in zijn jeugd door de pastoor verkracht in diens afgesloten kantoor. Ik ontmoette Dennis begin jaren negentig in een hotel in Chicago. “Wil je de korte of de lange versie van mijn misbruikverhaal?”, vroeg hij. Doe de lange versie maar, antwoordde ik.

Wat volgde was een schrijnend verhaal over een jongen uit een katholiek gezin, een populaire priester, geschonden vertrouwen, lichamelijk geweld en jarenlang leven met een groot geheim. Na afloop van het interview was ik kapot. Ook omdat deze smerigheid had plaatsgevonden binnen de kerk die mij om zoveel redenen lief was.

Sindsdien heb ik nog veel meer slachtoffers van misbruik binnen de rooms-katholieke kerk geïnterviewd. Ook in Nederland. Ik herinner mij een man, ergens in Brabant, misbruikt in zijn jeugd door een geestelijke. Tijdens het interview stond hij een paar keer op om zijn handen te wassen. Jeugd verwoest, smetvrees voor het leven. En die vrouw die drie jaar lang misbruikt werd door een zuster. Dat misbruik had enorme impact op de rest van haar leven. Een mislukt huwelijk, jaren therapie en meerdere zelfmoordpogingen. Ze vertelde dat twee van haar zussen ook waren misbruikt, door dezelfde zuster. Zij maakten een einde aan hun leven. Maar deze vrouw wilde doorleven, voor haar dochter en om ­gerechtigheid te krijgen.

Katholiek ben je niet altijd voor je plezier

Ondertussen was ik zelf ook katholiek en ben dat trouwens nog. Dat ben je niet altijd voor je plezier. Steeds als er misbruikschandalen naar buiten komen, moet ik mijzelf verdedigen. Nu ook in Frankrijk die beerput definitief open is, heb ik de eerste ‘Wat doe jij nog bij die criminele organisatie?’ alweer naar mijn hoofd gekregen.

Afgelopen week kwam een rapport uit van een onafhankelijke commissie, die heeft becijferd dat in Frankrijk tussen 1950 en 2020 216.000 kinderen en jongeren zijn misbruikt door rooms-katholieke geestelijken. Dat is een enorm aantal, maar dan zijn we er nog niet. Als ook het misbruik op katholieke scholen en bij diverse jeugdorganisaties wordt meegenomen, komt het totaal op 330.000. Ik herhaal: 330.000 slachtoffers.

Het is verpletterend walgelijk.

Op het journaal zag ik François Devaux. Slachtoffer van de priester en veelpleger Bernard Preynat die – voor zover bekend – tachtig kinderen heeft misbruikt. Devaux stond achter een spreekgestoelte en keek iemand aan. Was het wellicht de voorzitter van de Franse bisschoppenconferentie, die ook in de zaal zat? “U moet betalen”, zei Devaux. Pauze. “Voor.” Weer een pauze. “Al uw misdaden.” Einde mededeling.

Die woorden en zinnen maken niet zoveel indruk meer op me

Dezelfde voorzitter van die bisschoppenconferentie had ik even daarvoor horen zeggen dat hij zich schaamde. “Afschuw. Vastberaden. Niet meer wegkijken. Niets meer verbergen.” Ik ken die woorden en die zinnen inmiddels wel. Veel indruk maken ze op mij niet meer.

Misschien herhaal ik mijzelf, maar nog altijd wordt het échte gesprek binnen de rooms-katholieke kerk niet gevoerd. Over de werkelijke oorzaken van dat misbruik. Over het fundament van de macht. Dat je pas macht hebt binnen de kerk als je een man bent, die voor het oog van de wereld celibatair leeft. Dat dit leidt tot een ongezonde, masculiene gezagscultuur is een omstandigheid die de kerk uiteindelijk van binnenuit zal verwoesten.

Het is alsof je een huis huurt waarmee steeds iets mis is. Scheuren in het plafond, scheuren in de muur en een deur die steeds verder uit het lood hangt. Je zou willen dat de eigenaar in plaats van de scheuren te vullen de fundering eens zou inspecteren, maar hij weigert hardnekkig de vloer open te gooien.

Ondertussen ga ik me maar weer wapenen tegen de schimpscheuten van vrienden en bekenden, “Hé, jij bent toch katholiek?”

Hoge verwachtingen in het instituut

Toch krijgen ze mij nooit die kerk uit. “Ik zal nooit mijn geloof verliezen wegens het wangedrag of de misdrijven van priesters, bisschoppen en pausen”, schrijft de Vlaamse alleskunner Rik Torfs in zijn boek De kerk is fantastisch. “Alle begrip voor wie dat wel doet. Wellicht omdat hij of zij, vaak onuitgesproken, kerk en geloof als volledig met elkaar verbonden beschouwt. Dat is naar mijn aanvoelen onjuist maar getuigt wel van hoge verwachtingen in het instituut. Alsook het vermoeden dat kerkleiders deugdzame mensen zijn, een schromelijke misvatting.”

Ach, ik ken gelukkig kerkleiders die wel deugdzaam zijn. Maar voor de rest is deze tekst van Torfs prima lesmateriaal voor de cursus ‘Omgaan met misbruikschandalen’.

Voor gevorderden, welteverstaan.

Deze column verscheen eerder in Trouw van zaterdag 9 oktober